Voor de kleinere bedrijven heeft de belastingdienst sinds jaar en dag een betalingskorting op de ‘Belasting Toegevoegde Waarde’ (BTW). Tot en met 31 december 2019 kent de KOR 4 mogelijkheden. Ze gaan allemaal uit van het bedrag dat u per jaar aan BTW (omzetbelasting minus voorbelasting) moet betalen. De korting wordt bij het resultaat (hogere winst, kleiner verlies) opgeteld.
- Heeft u meer “voorbelasting” betaald met uw inkopen dan “omzetbelasting” ontvangen of gefactureerd met uw verkopen, dan krijgt u het verschil terug. De korting is € 0,00.
- Moet u betalen maar minder dan € 1.345,01, dan betaalt u geen BTW. De korting is gelijk aan hetgeen u moet betalen.
- Moet u tussen de € 1.345,00 en de € 1.883,00 betalen dan verminderd de korting snel. Dit komt door de formule
[Te betalen = berekende BTW-((1883-berekende BTW)*2,5)].
Dus indien u 1.635 (omzetbelasting – voorbelasting) zou moeten betalen dan wordt de som:
‘Te betalen = 1635 – 620 [(1883-1635)*2,5] => 1015’. De korting is dus
€ 620,00. - Moet u meer dan € 1.883,00 betalen dan is de korting 0 en betaald u alles.
bron: Belastingdienst KOR t/m 31 december 2019
Vanaf 1 januari 2020 veranderd deze regeling. Ondernemers en bedrijven die minder dan € 20.000,00 (gezien vanuit 2019 exclusief omzetbelasting) omzetten mogen de KOR nieuwe stijl toepassen. Indien deze wordt toegepast, vervallen niet alleen een aantal administratieve verplichtingen maar worden de kosten voor het bedrijf hoger. De voorbelasting die u betaald bij de aanschaf van goederen, kleding, brandstof, onderhoud auto’s en de kosten van uw (belasting)adviseur is niet meer aftrekbaar. Deze wordt u wel in rekening gebracht en moet u gewoon betalen. In sommige gevallen kan het onvoordelig zijn om met de nieuwe regeling mee te doen. De site van de belastingdienst geeft wel voorbeelden van wanneer het verstandig is en wanneer niet. Krijgt u altijd BTW terug? Pas de nieuwe regeling dan niet toe. In alle andere gevallen, raadpleeg uw (belasting)adviseur.